%@LANGUAGE="VBSCRIPT" CODEPAGE="1252"%> <% Dim language language=request.querystring("lan") if language<>"ned" and language<>"us" then language="ned" end if %>
In juni 1940 werd er in Fort Benning een testpeloton
gevormd met vrijwilligers van de 29ste Infantry Division. Tijdens deze testperiode
werden er vele experimentele parachutesprongen uitgevoerd die zo succesvol
bleken dat er in september het groene licht werd gegeven voor het vormen
van het 501ste Parachute Battalion. (Let wel: niet te vergelijken met het
latere 501 Parachute Infantry Regiment).
Veel van de officieren die op dat ogenblik deel uitmaakten van dit eerste Amerikaanse
Parachute Battalion zouden uitgroeien tot zeer bekende WW2-personen. Om u een
paar namen te noemen: LTC Cole, Colonel Sink (latere commandant van het 506de
PIR), LTC Michaelis (latere commandant van het 502de PIR) en Colonel Strayer.
Al deze mannen werkten aan het vastleggen van de doctrine die in de latere
oorlogsjaren zo belangrijk zou blijken in het Geallieerde succes.
Er werd reeds snel besloten dat er meer van dergelijke Battalions nodig waren en in juli 1941 werd het 502de Parachute Battalion gevormd. De groei bleef en in januari 1942 werd het 502de een Regiment. Private First Class Joe E. Mann was een lid
van de Amerikaanse 101ste Luchtlandingsdivisie. Waarom schrijven we deze keer het 502de PIR? |
|
Joe E. Mann werd geboren in Reardon, Washington.
In Seattle, Washington, trad hij vrijwillig toe tot de Paratroopers.
Het 502de PIR arriveerde na een valse start (het schip waarin ze in eerste instantie naar Engeland vertrokken bleek zout water in de zoet water tanks te hebben!) in 1943 in Engeland en vestigde zich rond Chilton Foliat en Hungerford. Net als alle andere Parachute Infantry Regiments werden ze onderworpen aan rigoureuze trainingssessies.
Op 6 juni 1944 nam het Regiment deel aan de acties
in Normandië.
3rd Battalion kreeg de opdracht om de 'Causeways' (toegangswegen door geïnundeerd
gebied) 3 en 4 te veroveren, de noordelijke twee in- en uitgangen van en naar
Utah Beach.
1st en 2nd Battalion kregen de opdracht om de 4 Duitse 122mm Houwitsers uit
te schakelen die bij Causeway 4, nabij St Martin de Varreville, Utah Beach
zouden kunnen beschieten.
Luitenant Kolonel Cole van het 502de PIR verdiende de Congressional Medal of
Honor door een bajonetaanval op de Ingouf Farm te leiden, een versterkte Duitse
positie.
Utah Beach 6 juni 1944
Op 13 juni voegde 2nd Battalion zich bij het 506de PIR om de Duitse tegenaanval ten zuidwesten van Carentan tegen te houden. Dit was tevens de laatste grote slag die het 502de leverde in Normandië. Ze werden teruggetrokken naar Cherbourg en vertrokken eind juni weer naar Engeland.
Op 17 september 1944 sprongen duizenden Amerikaanse
paratroopers het bezette Nederland binnen tijdens de eerste fase van operatie
Market Garden.
In ongeveer 135 vliegtuigen vertrok het 502de richting Nederland.
Private First Class Joe E. Mann en de mannen van het 502de werden gedropt boven
dropzone 'B' tussen Son en St. Oedenrode.
John Fitzgerald, veteraan van het 502de vertelt over
die eerste dag in Nederland:
'On the first day, it looked like a picnic. Dutch
civilians on bicycles and on foot were all around the landing zone.
Many gave us gifts of flowers, apples and other fruits. Later in the
evening, we ate a home cooked meal prepared for the Headquarters group
by one of the Dutch families. That night we headed for a small town
called Best. We were marching in column formation when we came under
fire from a group of Germans. A flare went off and everyone hit the
ground. Fortunately for us, the Germans did not realize they had a
whole battalion spread out on an exposed dike and the firing soon stopped.
It was the first indication of things to come'.
Generaal Maxwell Taylor besloot dat de verkeersbrug
over het Wilhelminakanaal bij Best een belangrijk alternatief was voor de
brug bij Son, alhoewel de brug bij Best niet direct op de route naar het
noorden lag. (Een tactische zet van Taylor waar nog steeds verhitte discussies
over gevoerd kunnen worden.)
Op 18 september probeerde het peloton van Joe E. Mann dus de brug over het
Wilhelminakanaal te veroveren. Deze poging resulteerde erin dat het peloton
omsingeld raakte door een Duitse overmacht, die onder andere over zware artillerie
beschikte.
In zijn functie als 'lead scout' kroop Pfc Mann tot binnen schietafstand van
een vijandelijke geschutspositie, gewapend met een bazooka. Terwijl hij onder
vijandelijk vuur werd genomen schakelde hij een Duits 88mm kanon uit en blies
tevens een munitiedepot op.
Zonder stil te staan bij het persoonlijke risico dat hij liep nam hij vervolgens
zijn M1-geweer en begon de vijand één voor één
uit te schakelen totdat hij zelf diverse keren getroffen werd.
Nadat hij op een beschutte positie verpleegd was
weigerde Mann om rust te houden.
Diezelfde nacht nog stond hij op wacht in een vooruitgeschoven positie, op
eigen verzoek en met twee handen en armen verbonden en in een mitella.
De volgende ochtend lanceerde de vijand een tegenaanval waarbij ze de positie
van Mann zeer dicht naderden en begonnen met het gooien van handgranaten.
Eén van deze handgranaten kwam vlak bij soldaat eerste klasse Mann terecht.
Omdat zijn handen aan zijn lichaam vast waren gezwachteld riep hij 'Granaat!!'
en wierp zichzelf op de granaat, teneinde de overige zes soldaten in de positie
te beschermen.
Na de ontploffing was Mann dood.
Alhoewel enkele van de andere paratroopers door granaatscherven gewond raakten
heeft zijn actie enige van hen zeker het leven gered.
|
|
Aan de 'Battle of Best' werd ook deelgenomen door
o.a. Captain Edmund Wierzbowski en LTC Cole. Luitenant Colonel Cole van het
502de PIR, die tijdens de gevechten in Normandië ook onderscheiden was
met de Medal of Honor werd in het Zonsche Bos dodelijk getroffen door een
Duitse sluipschutter. Het 502de PIR was tegen een grote groep terugtrekkende
Duitsers aangelopen die vanuit Frankrijk, door België en Nederland op
weg was naar het front nabij Duitsland. In de chaotische gevechten die volgden
besloot LTC Cole om de hulp in te roepen van de luchtmacht. De wilde beschietingen
door de luchtmacht vormden echter een bedreiging voor de troopers van het
502de en Cole gaf instructies om 'Orange Smoke' granaten te gebruiken, wat
een indicatie vormde voor de geallieerde piloten dat er nabij die 'markers'
eigen troepen op het slagveld aanwezig waren. Maar de commandant van het
502de bleef ongerust, zoals zijn 'runner', Pfc John Fitzgerald, later vertelde.
Cole was bezig geweest met het neerleggen van een 'Signal Panel', als extra
maatregel, om te voorkomen dat zijn troepen door de eigen luchtmacht (met
name de zeer actieve P-47 toestellen) getroffen werden. Op dat ogenblik werd
hij neergeschoten door een Duitse sluipschutter die in een nabijgelegen huis
zijn kans had afgewacht. Fitzgerald zegt hierover dat '...het
502de die dag meer dan een commandant verloor'.
Cole en Mann waren de enige twee soldaten van de 101ste Airborne Division die
de Medal of Honor kregen. Beiden stierven ze voor ze de medaille zagen.
Uiteindelijk kwam het Britse 30ste Corps de troepen te hulp en trok de 101ste luchtlandingsdivisie op naar de defensieve posities ten zuidwesten van Arnhem. (Het gebied dat bekend raakte onder de naam 'The Island'). Het 502de werd hier grotendeels 'in reserve' gehouden in de buurt van Dodewaard. In die periode beperkte zich hun inzet tot het patrouilleren in de omgeving. Helaas vielen er tijdens die patrouilles nogal wat slachtoffers door Duitse landmijnen.
Wrang is het feit dat ook de commandant van het 502de
LTC 'Iron Mike' Michaelis zwaargewond raakte tijdens de acties voor de tocht
naar 'The Island'. Waarom wrang?
Omdat Michaelis het commando van het 502de (de 'Deuces') had overgenomen toen
Colonel George Moseley zijn been had gebroken tijdens de sprong in Normandië.
Nu raakte Michaelis zelf behoorlijk gewond nadat hij even buiten zijn HQ getroffen
werd door granaatscherven.
LTC John H. Michaelis herstelde echter volledig en zou later, in de Koreaanse
oorlog, opnieuw furore maken als commandant van de 27ste Infantry Regiment,
De Wolfhounds.
Na Market Garden nam het 502de als onderdeel van de 101ste Airborne Divisie ook deel aan de slag rond Bastogne tijdens het Duitse Ardennenoffensief.
Aan de Meredet Rivier in Normandië staat een standbeeld 'Iron Mike' als eerbetoon aan de Amerikaanse Paratroopers van o.a. het 502de Parachute Infantry Regiment.
Op 17 september 1956 werd het Joe Mann-monument onthuld door de ouders van Joe Mann. Het monument staat tegenover het 'Wings of Liberation' Museum in Best.
In 1984 werd er aan de Boslaan Zuid, vlakbij de brug waar Pfc Mann het leven liet, een gedenksteen onthuld door de zus van Joe E. Mann.
In Fort Campbell, USA, waar het 101ste gevestigd is, is een theater naar Joe E. Mann vernoemd. http://www.campbell.army.mil/campbell.htm
Zoals gezegd kreeg Joe Mann in maart 1983 postuum de Medal of Honor toegewezen door de President van de Verenigde Staten.
Het citaat:
Place and Date: Best, Holland, 18
September 1944.
General Order: No. 73, 30 August 1945.
The President of the United States
of America,
authorized by Act of Congress, March 3, 1983,
has awarded in the name of Congress the Medal of Honor posthumously to:
PRIVATE FIRST CLASS JOE E. MANN
H-Company 502nd PIR 101st Airborne Division UNITED STATES ARMY
Citation: Distinguished himself for
conspicious gallantry and intrepidity in action
at the risk of his life above and beyond the call of duty. His outstanding
gallantry above
and beyond the call of duty and his magnificent conduct were an everlasting
inspiration to his comrades for whom he gave his life.