Det. Of Patients, 4153 U.S.A. Hosp.
A.P.O. 350, Postmaster, N.Y.
October 8, 1944 - England
Lieve vader en moeder:
Na een mooie sprong en ongeveer achttien levendige dagen in Holland, ben ik
terug in het land van 'mild' en 'bitter' (Engeland),
grotendeels met dank aan een Wehrmacht kogel die door de kuit van mijn rechterbeen
heen sloeg. Ik ben blij het er levend vanaf te hebben gebracht. (Webster
raakte gewond aan zijn been tijdens de gevechten op 'The Island' waar o.a.
Dukeman sneuvelde).
Holland, de daar aanwezige Duitsers niet meegerekend,
is een geweldig land. Alhoewel het Nederlandse verzet nog geen tiende van
de publiciteit krijgt in vergelijking met b.v. het Franse verzet, dat ik
trouwens niet één keer heb gezien in Normandië, hebben
we meer hulp gekregen in Holland dan we ooit hebben
gekregen van de Fransen. Een verzetsleider wachtte op ons op de droppingzone
en is nog steeds bij ons; bijna iedere company is versterkt met minstens
twee Nederlandse vrijwilligers die zich bij ons aangesloten hebben om de
Duitsers te bestrijden, en die ieder vuurgevecht met ons hebben gedeeld.
Wat de burgers betreft, ze gaven ons van alles. Als we in rijen door een dorp
marcheerden kregen we van de inwoners hete koffie, koel bier, verse melk, en
appels, peren en perziken zoveel als we konden eten. Oude boeren hielpen ons
mee met het graven van onze loopgraven en foxholes. Een geweldig volk.
Het land zelf maakte indruk op mij als een rijk, progressief, modern en erg schoon land. De goede zwarte aarde leek geschikt om van alles op te verbouwen, er was een overvloed aan verse melk (we hebben de lokale koeien zelf gemelkt wanneer dit mogelijk was), de steden waren nieuw en mooi ontworpen tegen lage prijzen, er werd gezond geleefd; en alles inclusief het volk, was zo 'spick en span' en beter dan in Engeland dat het mij de adem ontnam. Holland ligt jaren voor op Groot Brittanië.
Onze gevechtservaringen in dat verrukkelijke land
begonnen eenvoudig, maar werden erger en heftiger toen ze voortduurden, tot
de dag kwam dat ik geraakt werd. De Duitsers voerden een tegenaanval uit,
ondersteunt door moordend artillerievuur, dat ons zes soorten hel deed ervaren.
Ik raakte net op tijd gewond om het aan ergste van de aanval te ontsnappen.
Nu ben ik terug in het zelfde hospitaal waar ik na Frankrijk verbleef. De doktoren
vertellen me dat het goed komt en dat ik met twee weken terug ben bij mijn
onderdeel. (Dit zou uiteindelijk langer duren: pas na het Ardennenoffensief
kwam David Kenyon Webster terug bij het 506de).
Uw liefhebbende zoon,
Kenyon