Symbool: De Amerikaanse vlag met 48 sterren
Met de toetreding van staten New Mexico en Arizona (respectievelijk op 6 januari 1912 en 14 februari 1912) bereikte het aantal sterren op de vlag van de Verenigde Staten het aantal van 48; elke ster symboliseert één van deze Verenigde Staten.
De voorloper van de vlag ontstond in 1776 met een vlag die 13 strepen had en de Union Jack in de linkerbovenhoek.
De Amerikaanse vlag begon in 1776/1777 met 13 strepen (rood en wit) en 13 witte sterren op een blauw vlak die de eerste 13 Staten symboliseerden (a new constallation): Delaware, Pennsylvania, New Jersey, Georgia, Connecticut, Massachusetts, Maryland, South Carolina, New Hampshire, Virginia, New York, North Carolina, and Rhode Island.
In 1795 is er tot 1818 een vlag met 15 sterren en 15 strepen nadat Vermont en Kentucky zich aansloten.
In 1818 zijn er 20 sterren op de vlag maar worden de strepen weer teruggebracht naar 13 stuks. Vanaf dat jaar symboliseert elke ster op de vlag een Staat. Na eventuele toetreding van een nieuwe staat zal deze staat, na de toelating, op de volgende '4th of July' een eigen ster krijgen op de vlag.
In 1814 schrijft Francis Scott Key 'The Star Sprangled Banner' dat vanaf 1931 dienst doet als het volkslied van de Verenigde Staten. Gebaseerd op de vlag, bestrooid met sterren!
Op last van President William H. Taft (zittend US President van 1909 tot 1913) werden op 24 juni 1912 de afmetingen en onderlinge verhoudingen van de vlag bepaald. Een arrangement waarin de sterren werden opgesteld in zes horizontale rijen van 8 sterren, loodrecht onder elkaar, en alle sterren met één van de vijf punten omhoog.
Het aantal sterren op de vlag is dus steeds gestegen tot 50 stuks in 1960 (na de toetreding van Hawaï) terwijl het aantal strepen (op het uitstapje naar 15 strepen in 1795 na) gelijk is gebleven: nog steeds een herinnering aan de 13 eerste staten aan de Oostkust.
Deze vlag zou 47 jaar lang dienen als de officiële vlag van de Verenigde Staten. De langste termijn dat een vlag als symbool van deze natie diende.
De vlag overleefde 2 Wereldoorlogen en zag 8 presidenten komen en gaan. Na Taft waren dat:
Woodrow Wilson | (1913 - 1921) President tijdens de Eerste Wereldoorlog. | |
Warren Harding | (1921 - 1923). | |
Calvin Coolidge | (1923 - 1929). | |
Herbert Hoover | (1929 - 1933) President tijdens de crisis, drooglegging en projecten zoals de Hoover Dam. | |
Franklin D. Roosevelt | (1933 - President tijdens de Tweede Wereldoorlog tot zijn overlijden in 1945). | |
Harry S. Truman | (1945 - 1953) President tijdens de oorlog in Korea. | |
Dwight D. Eisenhower | (1953 - 1961) Voormalig Supreme Commander van de Geallieerden tijdens WW2. |
De vlag werd onder andere gebruikt op het uniform van de US Paratroopers gedurende de acties in Normandië en Nederland. Soms in de vorm van patch, een opgenaaide stoffen vlaggetje, soms als armband over de bovenarm, afhankelijk van Divisie en actie.
Op 23 februari 1945, op Iwo Jima's D-Day +4, lukte
het een groep Amerikaanse Mariniers om de Stars and Stripes te hijsen op
de top van Mount Suribachi.
Op de foto staan 6 Amerikaanse soldaten: vier op de voorgrond en twee daarachter.
Van links naar rechts op de voorgrond: Ira Hayes, Franklin Sousley, John Bradley
en Harlon Block. Achter Sousley staat Michael Strank en achter Bradley staat
Rene Gagnon. Zowel Strank, Block en Sousley zouden kort hierna omkomen op Iwo
Jima. De overige drie werden Nationale helden tegen wil en dank. Wat veel mensen
niet weten is dat er al snel een tweede, grotere vlag gehesen werd. Op onderstaande
foto zien we het vervangen van de originele vlag.
Op 14 Augustus 1945 hijst het Witte Huis de vlag die boven Pearl Harbor wapperde tijdens de aanval van de Japanners op 7 December 1941. Het was op die dag dat de Japanners akkoord gingen met de voorwaarden voor de overgave.
In 1963 plantte Barry Bishop de vlag op de top van de Mount Everest.
Op 20 Juli 1969 plantte Neil Armstong de vlag op de maan.