De Amerikaanse .30 M1 Carbine is een wapen dat ontwikkeld was voor een behoorlijke vuurkracht op korte afstand. De Carbine is een stuk korter en vooral lichter dan het M1 Garand geweer, het werkpaard van het Amerikaanse leger. De Carbine was handzamer en derhalve populair bij officieren en bemanningen van geschutstukken, mortierteams en ondersteunende diensten. Chauffeurs konden een speciale foedraal monteren op het voertuig voor dit lichte wapen.
De carbine werd door diverse fabrieken geproduceerd zoals Inland (General Motors Division), Underwood, Saginaw, Pedersen, Winchester en zelfs jukeboxautomaten fabrikant Rock-Ola.
Het semi-automatische wapen (telkens als de trekker ingedrukt werd vuurde men één keer) beschikte over een snel verwisselbaar magazijn voor 15 kogels. Ook waren er langere gebogen magazijnen met meer capaciteit (30 kogels) die vanaf 1945 in omloop kwamen. De bekende magazijntas voor twee 15-kogelshoudende magazijnen werd vaak over de kolf (stock) heengeschoven zodat er op het wapen altijd drie volle magazijnen werden meegedragen. Extra magazijnen konden ook in een munitie-bandoleer worden meegedragen, maar deze bandoleers kwamen standaard uit de depots met M1 garand clips van 8-kogels. Dergelijke lege bandoleers werden door handige jongens deels op het uniform genaaid voor extra 'opslagruimte'.
Speciaal voor de Amerikaanse Paratroopers werd de M1A1 ontwikkeld.
Een versie van de M1 waarbij de houten kolf vervangen werd door een ijzeren,
inklapbare kolf (folding stock). In mei 1942 verscheen het wapen dat alleen
werd uitgereikt aan Paratroopers waardoor het een bijzondere verschijning
werd; net als de jumpboots een statussymbool, en een geliefd trofee. De klapkolf
is trouwens net iets zwaarder dan de M1 carbine.
De M1A1 kon in een speciale tas op de heup worden gedragen tijdens een jump,
maar velen verkozen om het wapen onder het harnas te schuiven en het nagenoeg
schietklaar bij de hand te hebben.
De M1A1 Carbine had geen echte Duitse tegenhanger; de nadruk lag bij hen immers meer op de machinegeweren zoals de MG42. De geweerdragende infanterie moest zich behelpen met een K98 grendelgeweer. Schieten en doorladen dus, terwijl de Amerikanen over een semi-automatisch geweer en carbine beschikten.
Niet alle Paratroopers waren enthousiast over de carbine. Zoals Donald Burgett in zijn boek 'Seven Roads to Hell' beschrijft over zijn voorkeur voor de Garand boven een carbine; 'Te vaak hebben we gezien dat getroffen tegenstanders gewoon doorliepen, het was geen heavy-duty wapen'.
De afgebeelde Inland M1A1 is een ex-museumstuk dat zich in een particuliere verzameling bevindt.
Hoe herken je een originele M1A1?
Natuurlijk zijn er meer details, maar met bovenstaande gegevens kunt u kritisch naar een dergelijk wapen kijken.
De M1A1 carbine zal altijd geassocieerd worden met de Amerikaanse paratroopers. De bruine jumpboots, de baggy-pants, speciale patches, en dit specifieke wapen droegen er aan bij dat de para zich onderscheidde van alle andere soldaten uit WW2.
Inland maakte verreweg de meeste M1 Carbines en alle M1A1 varianten (meer dan 2.000.000). Van de M1 Carbine is de Pederson de meest schaarse producent (32.000 stuks).
The American .30 M1 Carbine was developed as a reduced size weapon with serious firepower in close range. The carbine is shorter and lighter then the M1 Garand rifle, the basic weapon of the US Army. The carbine was popular with officers and supporting groups like mortar and machinegun teams and drivers (with a special scabbard attached to the vehicle).
The carbine was produced by various manufacturers like Inland (General Motors Division), Underwood, Saginaw, Winchester and even jukebox company Rock-Ola.
This semi-automatic weapon (squeeze the trigger repeatedly
and 1 bullet will be fired per squeeze) had a magazine for 15 rounds. In
1945 the slightly curved 30-rounds magazines found their way into war.
The famous magazine-pouch for two 15-rounds magazines could be slid over the
stock so three full magazines could be carried on the weapon at any time. Extra
magazines could be carried in a bandoleer but these bandoleers were mainly
for M1 Garand magazines (8 rounds in a clip). These bandoleers were taken apart
and sewn into and onto uniforms by some for extra 'storage space'.
The M1A1 was developed especially for the Airborne
troops. It is a M1 weapon with the wooded stock replaced by a metal folding-stock
to reduce the size of the weapon even more. In May 1942 these weapons were
issued to Paratroopers, which made it a special status symbol like the brown
jumpboots, and a beloved trophy. The M1A1 is a bit heavier then the M1 carbine.
The folding stock carbine could be stored in a special bag which could be attached
to the hip or harness, but a lot of troopers took the risk of sliding it underneath
the harness for direct use.
The M1A1 Carbine did not have a German counterpart, they emphasized more on the Machineguns like the MG42. German Rifle Infantry was still carrying the bolt-action K98-gewehr. Shoot and work the bolt for a next round, while the Americans could fire 8 rounds (M1 Garand) or 15 rounds (M1 or M1A1).
Not all Paratroopers were happy with the carbine. In his book 'Seven Roads to Hell' Donald R. Burgett relates: 'I saw too many Germans get hit with the damned little things and keep on going... It was a close defense weapon... They just weren't made for heavy-duty combat' (page 154).
The M1A1 in the shown pictures is an ex-museum piece from the Market Garden battle which has been transferred to a private collection now.
How can you recognize an original folding stock M1A1?
There are many more details, but given the facts above you can check out a weapon seriously.