Inleiding

Tijdens de tweede wereldoorlog was voor zowel de Amerikaanse als Engelse luchtlandingseenheden directe artillerieondersteuning van levensbelang. De licht bewapende Airborne troopers waren namelijk afhankelijk van die wapens die door de lucht werden meegenomen, om zich te verdedigen tegen vijandelijke aanvallen en om hun doelen te veroveren, tot het moment waarop de aansluiting met de grondtroepen een feit was. Omdat de kanonnen die deze artillerie ondersteuning moesten verlenen door de lucht werden vervoerd was het noodzakelijk dat deze klein van afmeting en gewicht waren.
Het kanon dat aan deze eisen voldeed en dus door de geallieerden werd gebruikt om als artilleriestukken bij de luchtlandings eenheden te dienen was de M8 75 mm pack houwitser.

Ontwikkeling

Het ontwerp van de 75 mm pack houwitser was oorspronkelijk bedoelt om als geschut dienst te doen in bergachtige omgevingen en werd in 1920 aan het Amerikaanse leger gepresenteerd. Dit kanon werd M1 gedoopt en was voorzien van hoge houten wielen omdat dit in de bergen beter voldeed dan luchtbanden.Verder was het de bedoeling dat het kanon getrokken werd door paarden en als het terrein te moeilijk werd, kon het in 6 delen gedemonteerd worden en door muilezels verder vervoerd worden. In 1927 werd het kanon als berggeschut in dienst genomen door het Amerikaanse leger. De M1 werd in de zomer van 1940 opgevolgd door een verbeterde versie die M1A1 genoemd werd en van beide versies werden in totaal ongeveer 5000 kannonen geproduceerd. De verbeterde M1A1 werd door vele andere landen, langdurig en met veel succes, gebruikt, vooral in de oorspronkelijke versie met de houten wielen.

De Airborne versie

Om het kanon dienst te laten doen bij de geallieerde luchtlandingsdivisies werd een nieuw onderstel ontworpen. Dit onderstel was voorzien van luchtbanden en het kanon werd omgedoopt tot M8. Hoewel het gewicht van het kanon, door dit nieuwe onderstel, iets toenam verdrong deze nieuwe uitvoering de oudere types M1 en M1A1 en werd bekend onder de naam pack houwitser.
Het van oorsprong Amerikaanse ontwerp werd zonder veel aanpassingen ook door de Britse luchtlandingsdivisies gebruikt. Het grote verschil in gebruik was de manier waarop het kanon werd neergelaten op het slagveld. De Britten vervoerden het per zweefvliegtuig en de Amerikanen dropten het per parachute. Om het kanon per parachute te kunnen droppen werd het in negen delen gedemonteerd en afgeworpen. Deze manier van droppen was niet altijd een succes. De dropping, van de 377ste parachutisten artillerie afdeling van de 101ste luchtlandings divisie, draaide op D-Day uit op een fiasco. Door de slecht aangegeven landingsterreinen en het zeer verspreid neerkomen van de verschillende onderdelen van de stukken geschut waren de artilleristen in het donker niet in staat om deze onderdelen terug te vinden en was er van artilleriesteun geen sprake. Dit alles deed deze eenheid besluiten om de kanonnen tijdens volgende operaties, bijvoorbeeld Market Garden, naar Engels voorbeeld, met zweefvliegtuigen te vervoeren.

De M8 op het slagveld

In de tweede helft van W.O.2 kwam het geallieerde offensief om europa te bevrijden pas echt op gang. De invasie op Sicilië en die van Italië waar luchtlandingseenheden werden gebruikt op een wat kleinere schaal waren goede oefeningen voor de echte grote invasie van het Europese vaste land. Zoals al vermeldt in het vorige hoofdstuk was door het zeer verspreide neerkomen van de verschillende onderdelen van de houwitsers de invasie van Normandie niet echt een groot succes voor de Amerikaanse luchtlandings artillerie eenheden. Hierin kwam verandering tijdens de grootste luchtlandings operatie van WO2. Doordat de geallieerden heer en meester in de lucht waren was het mogelijk geworden om deze operatie, Market Garden, op klaarlichte dag uit te voeren. De tot de 82ste luchtlandingsdivisie behorende 376ste parachutisten afdeling artillerie maakte een perfecte landing en dropten per parachute 13 houwitsers, 544 artilleristen en 700 granaten waarbij binnen een uur na de landing 12 van de 13 stukken gereed waren om te vuren.
Het is echter het gevecht van de 1ste Britse luchtlandingsdivisie in en rond Arnhem die het meest tot de verbeelding spreekt. De tot deze divisie behorende 1ste Airlanding Light Regiment Royal Artillery kreeg het zeer moeilijk om met deze betrekkelijk lichte houwitsers voldoende artillerie steun te verlenen tegen de zeer grote Duitse overmacht. De houwitsers werden zelfs meermalen als anti-tank geschut gebruikt hoewel ze gezien de geringe afmeting van de loop en dus de lage aanvangssnelheid van de granaat hiervoor niet echt geschikt waren.
Ondanks dit gegeven waren ze in deze anti-tank rol redelijk succesvol en werden meerdere tanks uitgeschakeld omdat de Britten onder de voet gelopen werden en de tanks dus van zeer dichtbij beschoten konden worden. Tegenwoordig kan je nog steeds de plaatsen zien bij de oude kerk in Oosterbeek waar de houwitsers stonden opgesteld en tot aan het einde van de slag hebben gevuurd om de in het nauw zittende Para's te voorzien van artillerie steun.
Ondanks het feit dat we allemaal weten dat operatie Market Garden voor de geallieerden geen succes was, de Britten moesten hun bruggenhoofd opgeven en terugtrekken over de Rijn, was duidelijk dat de 75 mm pack houwitser meer dan geschikt bleek voor de taken waarvoor hij ontworpen was.

Technische gegevens M8

  Bemanning: 5 man
  Gewicht: 635 kg
  Lengte: 3,66 meter
  Hoogte: 1,19 meter
  Breedte: 0,94 meter
  Bereik: 8790 meter
  Vuursnelheid: 3 schoten per minuut
  Aanvangssnelheid granaat:  381 m/sec

Soorten munitie

Artikel: Joost van Doorn
Foto's: Don van den Bogert
Met dank aan: Lex Schmidt

This website is dedicated to all Allied Paratroopers of World War Two. They became a 'Band of Brothers' who enlisted for a new type of warfare. They jumped into occupied Holland on September 17th 1944 like Angels from the Sky. We will honor their heritage.